Pensioenhervorming definitief goedgekeurd: wat verandert er voor jou en je medewerkers?

Pensioenhervorming definitief goedgekeurd: wat verandert er voor jou en je medewerkers?


Mei 2024 - Op 4 april 2024 keurde het federale parlement de pensioenhervorming definitief goed. Enkele opvallende maatregelen zijn een pensioenbonus van 33.975 euro voor wie drie jaar werkt en strengere voorwaarden voor het minimumpensioen.

Pensioenbonus tot meer dan 30.000 euro

Zowel werknemers, zelfstandigen als ambtenaren zullen een pensioenbonus kunnen ontvangen. Dit is een bedrag dat je ontvangt als je verder blijft werken na de vroegste datum waarop je met (vervroegd) pensioen kunt gaan. Die datum vind je op mypension.be. Met deze bonus wil de federale regering vervroegd pensioen ontmoedigen.

Elke extra gewerkte dag telt mee, en je bouwt automatisch een bonus op zolang je tot maximaal drie jaar langer blijft doorwerken. Op het uitgekeerde bedrag moet je geen belasting betalen (bruto is dus netto).

De hoogte van de pensioenbonus hangt van meerdere factoren af:

·      Bij een 'normale' loopbaan van minder dan 43 jaar (op de dag van de vroegste pensioendatum), krijg je 3.775 euro als je één jaar langer doorwerkt. In het tweede jaar bedraagt dit 7.550 euro, en in het derde jaar 11.325 euro. In totaal kan de bonus dus oplopen tot 22.650 euro netto.

·      Een 'lange' loopbaan van 43 jaar of langer op je vroegste pensioendatum levert nog meer op, namelijk 11.325 euro per jaar. In totaal gaat het dus om 33.975 euro (3 * 11.325 euro).

Let wel: je klassieke pensioen en de bonus opgeteld mogen maximaal 7.969,69 euro per maand bedragen.

Deze regeling gaat in vanaf 1 januari 2025. Vanaf 1 juli 2024 komt er al een overgangsperiode voor personen die momenteel dicht bij hun pensioen staan. Op opbouw van de bonus start hierbij op 1 juli 2024, met uitbetaling aan wie vanaf 1 januari 2025 met pensioen gaat.

Minimumpensioen enkel op basis van effectief gewerkte dagen

Enkele jaren geleden besliste de federale regering om het minimumpensioen op te trekken tot 1.500 euro netto per maand. Vanaf 1 januari 2025 gelden hiervoor strengere regels.

Tot nu toe moest je als werknemer een loopbaan van minstens 30 jaar kunnen voorleggen om in aanmerking te komen. Maar via zogenoemde gelijkgestelde periodes kan ook werkloosheid onder je loopbaan vallen. Daarom heeft de regering beslist om vanaf 2025 het minimumpensioen te berekenen aan de hand van effectief gewerkte tijd.

Om recht te hebben op het volledige minimumpensioen, moet je 5.000 dagen gewerkt hebben. Dit komt neer op ongeveer 20 jaar werken. Voltijdse werkloosheid telt niet meer mee bij de berekening van een minimumpensioen. Maar veel andere vormen van afwezigheid gelden wel nog als effectief gewerkt. Denk aan moeder- en vaderschapsrust, palliatieve zorg, mantelzorg en de zorg voor een kind met een handicap. Ook een periode van tijdelijke werkloosheid telt mee. Loopbaanonderbreking, militaire dienst of stakingsdagen vallen niet onder de categorie van effectief gewerkte dagen.

Nieuw is ook dat vijf deeltijds gewerkte jaren vóór 2002 een hoger gewicht krijgen in de berekening van het minimumpensioen. Dit moet de pensioenkloof tussen mannen en vrouwen helpen te verkleinen.

Beperking perequatie ambtenarenpensioenen

Nog een maatregel in het pensioenakkoord is de perequatie van de ambtenarenpensioenen. Dit heeft tot gevolg dat de hoogste ambtenarenpensioenen nauwelijks bijkomend mogen stijgen bovenop de indexatie.

Verdubbeling Wijninckx-bijdrage

Tot slot moet je - weliswaar pas vanaf 1 januari 2028 - rekening houden met een verdubbeling van de zogenaamde Wijninckx-bijdrage, van 3 naar 6 procent. Deze bijdrage wordt betaald door een zeer selecte groep van Belgen die erg hoge aanvullende pensioenen hebben opgebouwd. Volgens minister van Pensioenen Carine Lalieux zou het gaan om pensioenkapitalen van minstens 1,6 miljoen euro die zijn opgebouwd via de tweede pijler voor werknemers en van 2,2 miljoen euro voor zelfstandigen. In 2022 werd deze heffing bij amper 2.437 werknemers en bedrijfsleiders toegepast.